Gisteren vrijdagavond 2 mei 2018, keek ik naar de speelfilm Mandela, de lange weg naar vrijheid. Het levensverhaal van Nelson Mandela, die aan den lijve heeft ondervonden hoe zijn strijd voor vrijheid uiteindelijk resultaat opleverde.
Mandela is één van de vrijheidsstrijders uit het boek: Vredesdenken voor dummies, waaraan ik al enige jaren werk. Het kijken heeft mij opnieuw geïnspireerd in deze tijd waarin wereldleiders(?) weer openlijk aansturen op de politiek van afschrikking, dreiging, macht en geweld. Zelfs nucleair geweld, is weer helemaal in hun focus.
Vrijheid wordt in de na-oorlogse westerse maatschappij nauwelijks als een probleem ervaren, vooral door degenen die er ten volle van kunnen profiteren. Gedachteloos wordt door hen deze vrijheid -helaas veelvuldig- ‘uitgebuit’ ten eigen gewin en hiermee beperken ze ‘automatisch’ voor anderen de vrijheid, die zij zo vanzelfsprekend vinden.
En dat terwijl Vrijheid eigenlijk het ultieme deelobject zou moeten zijn. Vrijheid die je niet deelt -anderen niet gunt- bestaat niet. Praktijk is meestal: Hoe meer je bezit, hoe moeilijker het blijkt iets van dit bezit te delen. Zeker in de tegenwoordig zo succesvolle(?) neo-kapitalistische economieën, waarin de Quote-500 ranking elk jaar de pikorde van de ‘rijksten’ ter wereld vastlegt. Het resultaat: hoge bewakingskosten en vaak letterlijk huizenhoge grenzen om je bezittingen, om maar niet te spreken over de zorgen die je hebt om te kunnen behouden wat je hebt.
Nelson Mandela verklaarde dit als zijn hoogste streven, waarvoor hij zelfs zijn leven zou willen geven.
Vredesdenken blijft op internet gelukkig wel actueel, maar de aandacht ervoor is marginaal. Vandaar dat ik Vredesdenken voor dummies weer heb opgepikt. Houdt mijn Plazilla-blog maar in de gaten.