Het moreel van de troepen is hoog, heet het in militaire kringen. Ze bedoelen dat de manschappen zonder discussie doen wat er van ze gevraagd wordt, zelfs sneuvelen.
Het begrip moraal (of zeden) geeft de handelingen en gedragingen aan die in een maatschappelijke context als correct en wenselijk worden gezien. (Wikipedia)
Het filosofisch vakgebied van de ethiek richt zich op de vraag ‘wat is een goede moraal?’
Een universele moraal heeft de pretentie altijd en overal te gelden.
Iets is immoreel als het ingaat tegen de wetten van de ethiek.
Iets is amoreel als het niets met goed of kwaad te maken heeft.
Heel opvallend is dat moraliteit -ondanks het universele karakter- door velen verschillend wordt opgevat cq. uitgelegd. Het lijkt mij nooit of te nimmer moreel aanvaardbaar dat mensen andere mensen uitbuiten d.w.z. minder vergoeden dan waar ze recht op hebben. In de zakenwereld wordt dit maximalisering van de winst genoemd. Bovendien wordt het ge’recht’vaardigd door contracten, waar geen rechtbank zich een buil aan wil vallen en worden de ‘slachtoffers’ afgeschilderd als ‘loosers’.
De moraliteit is ver te zoeken. Ook in de gevestigde politiek breekt steeds vaker het gevoel door dat iedereen zijn eigen hachie maar moet zien te redden. Ook in een maatschappij waar het ‘recht’ van de sterkste geldt en zwakkeren aan hun lot overgelaten.
Moraliteit vraagt naar hoe je zelf behandeld zou willen worden. Naar empathie -het inlevingsvermogen hoe een slachtoffer zich zal voelen- niet schamper lachen over zoveel ‘domheid’ of onderdanigheid.
Gelukkig zijn met name de ‘denkers’; filosofen en natuurlijk moralisten velen tot voorbeeld en bieden zij stof genoeg tot nadenken. De groep mensen, die zij aanspreken zijn helaas echter vaak horende doof; ziende blind en spreken nog voortdurend in termen van: “Wat zou jij doen?” en “Moeten ze maar ‘slimmer’ zijn.”
De ‘sterksten’ hebben de macht de sterksten te blijven en de zwakken ‘uit te buiten’. Ook in de politiek is het helaas meestal niet veel anders. De arogantie van de macht zorgt dat eigen fouten niet worden gezien en heeft nauwelijks, -ziet hiertoe ook geen noodzaak- zelfreinigend vermogen.
Daarom blijft alles zoals het is en zal ooit alleen geluisterd worden naar een ‘sterkere’. Een charismatisch politicus, die een beleid zal voorstaan gericht tegen ‘onrecht’, misbruik van macht en gelijkheid van behandeling.
Economen, ook Thomas Piketty niet, zullen in staat zijn maatschappelijke veranderingen in gang te zetten. Gelukkig zetten zij wel meer mensen aan het denken met als uitgangspunt, de vele mislukte experimenten, die de geschiedenis al laat zien.
Van alles het beste, met eliminatie van de mislukkingen, moet mondiaal toch eens tot een wereldorde leiden, die recht doet aan een correct en wenselijk wereldbeeld, dat door ieder aanvaard wordt als rechtvaardig en goed en daardoor het nastreven universeel waard.